Je kwam tot mij, in de donkere nacht Van de ziel, van het denken, van het vlees Ik voelde het branden van je handen Door mijn huid, door mijn lust, de roep van de waanzin Waar het koud was, waar het leeg was Waar mijn hart van kilte versteend was Ontvlamde, diep in mij, het hellevuur Van mijn de liefde, van de spiraal van obsessie Jij bent mijn vloek, jij bent mijn minnaar Jij bent de vlammen die mij verblinden Ik wil je, voor altijd deel van mij Ik wil je heidense bloed, ik wil je verslinden! Ik wilde jou, je chaos en kwaad Wilde je kracht, wilde je haat, wilde je wanen Wilde het hoe je me strafte, zonder genade Wilde je zickte, wilde mijn wanhoop en tranen De waanzin roept mijn naam, als de dolk is geslepen En tot ik verdwijn, zullen wij voor altijd één zijn De demonen verdwijnen mit je ogen Als het einde je raakt, zo zacht en stil maakt Jouw schoonheid, helder glanzend in het rood Jouw lichaam, het mooiste aanzieht van de dood!