Tom: Em
| D | Em | A | D |
(deuntje fluiten..
| B7 | Em | A | D |
...............)
[Verse 1]
D Em
De rode ridder drijft met een stuk wrakhout.
A D
Om de drie verhalen veilig naar het strand.
B7 Em
Maar het plankje dat ik hier nu vasthoud.
A D
Is niet groter dan een kinderhand.
[Verse 2]
D Em
Is er dan niet één of andere schipper?
A D
Die me redt uit deze wilde zee.
B Em
Is er dan geen vis die keek naar Flipper?
A D
Die het redden kent van de tv.(tacet)
[Chorus]
N.C. D A D
Blijven drijven jonge heer, blijven drijven jonge heer.
N.C. D A G
Blijven drijven jonge heer, in deze zee.,
A D D
des te meer.
[Break]
| D | Em | A | D |
(deuntje fluiten..
| B7 | Em | A | D |
...............)
[Verse 3]
D Em
Vroeger ging ik regelmatig zwemmen.
A D
In een plaatselijke waterplas.
B7 Em
Zelfs toen kon ik de golven amper temmen.
A D
Hoewel, mijn fysiek toen stukken beter was.(tacet)
[Chorus]
N.C. D A A7 D
Blijven drijven jonge heer, blijven drijven jonge heer.
N.C. D A G
Blijven drijven jonge heer, in deze zee.,
A D D
des te meer.
[Verse 4]
D Em
Zie ik nu daar toch geen dame drijven?
A D
Dat is vast een mededrenkeling.
B7 Em
Wat voel ik hier aan mijn schenen wrijven?
A D
Ook al een verzopen enkeling.
[Verse 5]
D Em
Hoor ik daar geen hulpgeroep weerklinken?
A D
Een medemens die eveneens verdrinkt.
B Em
Laat ons samen zingen voor we zinken.
A D
Zodat ons hulpgeroep meerstemmig klinkt.(tacet)
[Chorus]
N.C. D A7 D
Blijven drijven jonge heer, blijven drijven jonge heer.
N.C. D A G
Blijven drijven jonge heer, in deze zee.,
A D
des te meer.
[Outro]
D G
In deze zee.,
A D
des te meer.
D G
In deze zee.,
A D Gm D
des te meer..........