Tom: Bm
D G D A D G D A
[Verse 1]
D G
Kan je mij vertellen hoe jouw wereld werk'lijk is?
D G
Een wereld zonder zorgen? Of loopt het soms toch wat mis?
Em A
Het blijft wel altijd wennen om jezelf te zien in't klein.
Em A
Nooit gedacht dat je om iemand zo bezorgd kon zijn.
D G
's Avonds voor het slapen even kijken naar de maan.
D G
Dan vraag je of je met een ladder op een wolk kan staan.
Em A
Je moet nog zoveel leren, 's morgens vroeg naar 't schooltje gaan.
Em A
Op die grote speelplaats zie 'k je bijna niet meer staan
[Chorus]
D G D A D G D A
Kleine man! Die lief zijn kan
[Verse 2]
D G
Moet ik je vertellen hoe de wereld werk'lijk is?
D G
Want weet je, kleine jongen, er loopt toch altijd wat mis
Em A
Kijk maar naar je papa, die doet niet zoals het hoort.
Em A
Ik zie je naar hem kijken, denken: Die is flink gestoord!
D G
Cola is gezond! Je krijgt er nieuwe tanden van!
D G
Hoe kan je het verzinnen! Je verbaast mij, kleine man.
Em A
Pas maar op! Je papa is een opvoedkundekrak.
Em A
Maar al zijn theorieën int'reseren je geen zak.
[Chorus]
D G D A D G D A
Kleine man! Die liegen kan.
[Bridge]
G A D
Ooit ben jij sterk en groot
G A D D7
Je zoontje, bij jou op de schoot
Em F# Bm
En zomaar, zonder een vraag
G A D G D A
Zeg jij, Kleine man, ik zie je graag
[Chorus]
D G D A D G D A
Kleine man Kleine man
D G D A D
Die alles kan Kleine man