Tom: Dm
Dm (Dm7) G Gm Dm (Dm7) G Gm
[Verse 1]
Dm G Gm
Er trok een oude liereman
Dm G Gm
Langs d’oever van de Rijn;
Dm (Dsus4)
Hij was zoo arm als oud en grijs,
Dm Asus4 A (A7)
Zoo zwak en zoo vol pijn.
Gm Gm7
“Ach!” zuchtte hij, “waar zal dit heen?
F Dm
Mijn kracht is thans vergaan,
A
En nergens tref ik heul, noch troost,
Asus4 A A7/E A
Noch medelijden aan.
[Verse 2]
A Dm Dm7
Als ik voor jaren lustig zong,
G Gm Dm Dm7
Vroeg ieder mij tot gast;
G Gm Dm Dsus4 Dm
Nu ben ik oud en krachteloos,
Dm A
En iedereen tot last.
A A7 Bb Gm
Nu dwaal ik eenzaam om en rond,
Gm Dm Dm7 G
En ween mijn aanzicht nat;
Gm Dm Dm7 G
Helaas! mijn zang is dof en schor,
Gm Dm Dm7
Mijn snaren voos en mat.
Bb - A
[Intermezzo]
Dm D7 G Gm
Dm D7 G Gm
Dm Dm Dm Gm
Dm Dm A A
Bb Bb Gm Gm
F F Dm Gm
A A A Asus4
A A7 A
[Verse 2 repeat]
A Dm Dm7
Als ik voor jaren lustig zong,
G Gm Dm Dm7
Vroeg ieder mij tot gast;
G Gm Dm Dsus4 Dm
Nu ben ik oud en krachteloos,
Dm A
En iedereen tot last.
A A7 Bb Gm
Nu dwaal ik eenzaam om en rond,
Gm Dm Dm7 G
En ween mijn aanzicht nat;
Gm Dm Dm7 G
Helaas! mijn zang is dof en schor,
Gm Dm Dm
Mijn snaren voos en mat.