Tom: Em
G G G G
D7 G D7*
[Verse 1]
G C D7 G
De avond doet ons luisteren naar 't ruisen van de wind,
G7 C D7 G
hij draagt 't vertrouwde fluisteren van mensen die men mint;
A7 D A7 D
van moeder met wat lampelicht rondom haar goede hoofd,
A7 D Gm A7 D
die vraagt waar toch haar jongen ligt en dan het lamplicht dooft.
[Chorus]
G G B7 C D7 G
Als over 't kamp de a-vond daalt,
G G A7 D
de sterrenhemel glanzend straalt, dan dromen wij van thuis.
G G7 C G
Dan bindt opnieuw met hechte hand
G G7 C Am D7 G
de avond aan het heimatland en aan de verre thuis.
[Vers 2]
G C D7 G
De avond brengt herinnering aan mensen in mijn land,
G7 C D7 G
aan huizen in de schemering, een lichtje dat er brandt;
A7 D A7 D
aan ogen met de schittering der sterren van de nacht,
A7 D Gm A7 D
aan woorden voor vertedering, het meisje dat me wacht.
[End-Chorus]
G G B7 C D7 G
Als over 't kamp de a-vond daalt,
G G A7 D
de sterrenhemel glanzend straalt, dan dromen wij van thuis.
G G7 C G
Dan bindt opnieuw met hechte hand
G G7 C Am D7 G
de avond aan het heimatland en aan de verre thuis.