Tom: G
G
[Intro 2]
G
[Verse 1a]
G G
Zijn ogen zoeken naar de zon,
G
ergens voorbij de horizon,
D7
van waar hij toen is weggegaan.
D7 D7
Bewaarde foto's van die tijd
D7
en vraagt zich af met heel wat spijt:
G
waar nu de circustent zou staan?
[Verse 1b]
G G
Hij was er clown, hij was Pierrot,
G
met een klein hoedje op zijn hoofd
D7
en schoenen in te grote maat.
C Bm
Hij was gelukkig bovendien,
Am
hij moest gebleven zijn misschien,
D7 G
hij had er nooit weg moeten gaan.
[Verse 2a]
G G
Er is geen fles die hem nog blust,
G
zijn knagend heimwee even sust,
D7
hij telt elk uur van elke dag.
D7 D7
Vaak zoekt hij in zijn spiegelbeeld
D7
naar wie hij ooit eens is geweest,
G
met gekke kleuren en een lach.
[Verse 2b]
G G
Nu lijkt zijn leven één groot feest,
G
want hij is overal geweest,
D7
is de acteur van het moment.
C Bm
Maar diep in hem knaagt het gevoel,
Am
hij leeft zijn leven zonder doel,
D7 G
raakt aan de rijkdom niet gewend.
[Verse 3a]
G G
Hij mist de grijze olifant,
G
die brood kwam eten uit zijn hand
D7
en ook Jojo, de akrobaat;
D7 D7
de emmer water op zijn kop
D7
en de trapeze in de nok,
G
een optocht 's middags langs de straat.
[Verse 3b]
G G
Dan op een dag is hij zover,
G
laat alles achter en vertrekt,
D7
op zoek naar waar de tent kan staan.
C Bm
Hij wordt weer clown, weer een Pierrot,
Am
met dat klein hoedje op het hoofd,
D7 G
en schoenen veel te groot van maat.
[Outro]
G D7
Hij wordt weer clown, wordt weer een Pierrot,
D7 G
het circus bleef altijd zijn droom,
C G G G
en daar alleen voelt hij zich thuis.